Als kleine jongen was Wim Lybaert al gefascineerd door de zee en de vissers. Op zijn 54e maakt hij zijn jongensdroom waar. In de documentairereeks Een Jaar Op Zee gaat hij mee aan boord en wordt hij visser onder de vissers.
Wim komt er eindelijk achter wat het vissersleven precies inhoudt. De vissersstiel is één van de oudste beroepen ter wereld en volgens de vissers zelf, het schoonste. Maar de professionele visserij is zwaar: de schepen varen uit met vijf à zes bemanningsleden aan boord en blijven vaak dagen-, wekenlang op zee. Elke twee à drie uur halen ze de netten boven, maken ze de vangst schoon, wordt alles gesorteerd en in het koelruim weggestoken. En als het meezit, kunnen ze daartussen een beetje slapen. En dit 24 uur op 24, 7 dagen op 7.
Naast het leven aan boord delen ook de achterblijvers, de mensen die aan wal blijven, hun verhaal met Wim. Zoals de vissersvrouwen die hun kinderen grotendeels alleen moeten opvoeden. Ze vertellen hoe je een relatie doet slagen met een man die tot 250 dagen per jaar van huis is en hoe je alleen een gezin draaiende houdt. Ook de zonen en dochters doen hun verhaal over hoe ze opgroeiden met een vader die altijd op zee zat. En dan zijn er de vissers op rust. Wim praat met hen over de avonturen die ze meemaakten, over levenslange vriendschappen, de vrijheid en… het gemis.
Een Jaar Op Zee brengt een verhaal over vriendschap, familiebanden, vertrouwen, sterke vrouwen, mannen met een roeping maar bovenal… over de liefde voor de zee.